maandag 8 februari 2016

VAN HINDELOPEN NAAR HARDERWIJK

Omstreeks 1950 ontving ik een uitnodiging van mijn oom Piet Damste (oud gemeentesecretaris van De Bilt) om als lid van de bemanning mee te varen op een tjalk die toebehoorde aan zijn vriend De Jongh. Toen we aan boord gingen in Hindeloopen woei het zo hard dat het alleen binnen de havenkom veilig was. We waren er getuige van dat de reddingboot uitvoer en terugkwam met aan boord de bemanning van een Duits zeiljacht dat bij Workum in moeilijkheden verkeerde. De Workumer vissers waren bezig het jacht in veilheid te brengen. Van de binnenvarende reddingboot heb ik een foto gemaakt terwijl ik op het havenhoofd stond; die is door het Nieuwsblad van Noorden gepubliceerd en heeft later gediend als een getuige-document op een rechtszitting die, als ik me goed herinner, over een claim van de Workumers ging.
Na een paar dagen was de wind voldoende afgezwakt zodat we onze schuilplaats konden verlaten. We voeren recht naar het zuiden, pal voor de wind, en kwamen na zes uur varen aan op een primitief werkeiland midden in zee, op de plaats waar nu de haven van Lelystad ligt. Er was toen een eenvoudige loods op een plaats waar twee dijken elkaar ontmoetten. Vandaar zijn we verder gevaren naar Harderwijk, onze eindbestemming.

ONGEVAL MET FUNEST VERVOLG

We woonden nog maar net in ons nieuwe huis aan de Insulinelaan (Hilversum) toen mijn oudste zus van de trap viel en haar been brak. Oorzaak van haar val was het ontbreken van een trapleuning aan  de muurzijde van de gedraaide trap. Toen de breuk zich had hersteld was het aangedane been 4 cm korter dan het andere, hetgeen een asymmetrische loop veroorzaakte, ook na hakverhoging.

Om voor mij onduidelijke redenen hebben haar man en zij dertig jaar later besloten het gezonde been te laten inkorten. Waarschijnlijk is dit gebeurd op aandringen van een orthopedisch chirurg in Eindhoven. Twee dagen voordat ze de behandeling zou ondergaan belde ze me op en vroeg ze mijn advies. Ik was druk in de voorbereiding van een studiereis naar het buitenland en voelde me door die vraag overvallen. Ik zag helemaal geen heil in het plan, maar durfde het niet te zeggen uit vrees verwarring te stichten, en ik wilde haar niet met twijfels dat zware behandeltraject in te laten gaan. Een paar dagen later werd ik in Duitsland uit een vergadering weggeroepen voor een telefoon uit Nederland: mijn zuster was overleden aan postoperatieve longembolie.